Praten met je kind over de oorlog

Bron: Praten met je kind over de oorlog tussen Rusland en Oekraïne | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)

Je kunt er niet meer omheen: Rusland en Oekraïne zijn in oorlog. Grote kans dat jouw kind hier iets over opvangt, thuis, in de klas, op televisie of op social media. Het kan dus zijn dat jouw kind hier vragen over heeft. Misschien maakt je kind zich zorgen of begrijpt het niet wat er precies aan de hand is. Of misschien kennen jullie mensen die daar wonen. Of hebben jullie zelf te maken gehad met geweld of een gedwongen verhuizing waardoor het extra reacties oproept in het gezin.

In alle gevallen is het goed om over de oorlog te praten, maar hoe pak je dat aan? Het belangrijkste is: stel vragen en luister naar je kind. Hieronder 5 tips die jou bij dit gesprek kunnen helpen.

Tip 1. Kijk, luister en stel vragen

Denk jij dat je kind iets heeft opgevangen over de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en denk je dat het je kind bezighoudt? Het kan zijn dat je kind er zelf over begint. Maar ook als je kind dit niet doet is het goed om erover te praten. Begin met vragen stellen.

Bijvoorbeeld: 'Wat heb jij gehoord over Oekraïne en Rusland? Weet jij wat er aan de hand is? Wat heb jij gezien op sociale media?' Stel open vragen waar je kind meer op kan antwoorden dan alleen ja of nee. Zo kom je erachter waar jouw kind over nadenkt en of jouw kind zich zorgen maakt over de situatie.

Kijk ook goed naar je kind: denk je aan het gedrag, het lichaam of de houding te zien dat jouw kind zich zorgen maakt? Gedrag en de lichaamshouding zeggen soms meer dan duizend woorden. Het gedrag van je kind kan laten zien dat er vragen of emoties zijn waar je kind de woorden niet voor kan vinden. Bespreek dit en stel hier vragen over. Is je kind stiller of meer terughoudend dan normaal? Vraag dan bijvoorbeeld: ‘ik merk dat je wat stiller bent, wil je me vertellen waar je aan denkt?’.

Tip 2. Geef eerlijk antwoord

Wees eerlijk zonder je kind bang te maken. Heeft je kind zorgen? Geef aan dat je die zorgen begrijpt. Zeg niet dat er niets aan de hand is, maar probeer je kind gerust te stellen. Dit doe je bijvoorbeeld door te vertellen dat Oekraïne hier ver vandaan is en er hier dus niet gevochten wordt.

Geef antwoord op de vragen van je kind voor zover dat lukt. Je hoeft niet alle antwoorden te hebben. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik weet het ook niet, maar gelukkig zijn er hele slimme mensen die dit nu gaan aanpakken.’ Zo'n soort antwoord kan al veel rust geven.

Als je kind iets wil weten over de situatie kan je ook vragen wat hij of zij denkt. Er samen hardop over nadenken kan voldoende antwoord geven voor (heel) jonge kinderen.

Voor wat oudere kinderen kan het fijn zijn om op zoek te gaan naar passende informatie. Kijk bijvoorbeeld samen naar het Jeugdjournaal. De adviesleeftijd is 9 jaar of ouder, maar niet alle 9-jarigen zijn hetzelfde, dus schat in of dit geschikt is voor jouw kind. Praat over wat je ziet. Zie je veel kapotte huizen? Zeg dan dat veel mensen geld aan het inzamelen zijn zodat die huizen weer opgeknapt kunnen worden als de oorlog afgelopen is.

Zijn je kinderen wat ouder en hebben ze al eigen accounts op social media? Vraag dan wat ze zien over de situatie en of ze daar vragen over hebben. Kijk ook eens samen naar die berichten en praat over wat jullie zien.

Maak jij je zorgen over de situatie? Wees hier dan eerlijk over. Ben je bewust van je eigen gevoelens. Als je zelf bang of gestrest bent is de kans groot dat je kind dat merkt. Probeer je emoties dus niet te verstoppen voor je kind, maar zorg wel dat je ze vertaalt naar wat je kind begrijpt en aankan. Maak jij je heel erg veel zorgen of ben je erg geëmotioneerd? Praat er dan eerst even met iemand anders over zodat je wat rustiger wordt.

Let op: Ken je de wet van de dubbele bescherming? Kinderen beschermen hun ouders door niets te zeggen als ze merken dat hun ouders bang of bezorgd zijn. Ouders doen hetzelfde, omdat ze hun kind niet onnodig bang willen maken. Als ouder doorbreek je dit door vragen te stellen. Zo kom je erachter of je kind bang is.

Tip 3. Houd je antwoord kort

Kinderen onder de 7 kunnen fantasie en werkelijkheid nog moeilijk van elkaar scheiden. Ze snappen dus nog niet zo goed het verschil tussen wat ze verzinnen in hun hoofd en wat echt is. Geef hen zo kort mogelijk antwoord en help je kind daarna verder te gaan met waar het mee bezig was.  

Kinderen van 7 jaar en ouder kunnen steeds beter fantasie en werkelijkheid uit elkaar houden. Daardoor hebben ze ook meer behoefte aan uitleg en informatie. Zorg wel dat je met je antwoord zo dicht mogelijk bij de vraag van je kind blijft. Voeg niet te veel extra informatie toe. En zorg dat je antwoord past bij de leeftijd en het karakter van je kind. Door te vragen wat hij of zij al weet kan jij jouw antwoord aanpassen en gebruik maken van de woorden die jouw kind gebruikt. Wees je er ook van bewust dat wat jij lastig vindt, voor je kind soms geen enkel probleem hoeft te zijn.

Tip 4. Sluit je gesprek af

Vraag na je uitleg of jouw antwoord voldoende is. Bijvoorbeeld: 'Heb je daar nog meer vragen over?' Sluit het gesprek af met een opmerking als: 'We kunnen er altijd nog een keer verder over praten'. Zo weet je kind dat het altijd bij jou terug mag komen met vragen.

Het is fijn om na dit gesprek even los te komen van dit onderwerp en eventuele nare gevoelens door iets actiefs te gaan doen. Ga een rondje fietsen of dans even lekker rond in de kamer.

Tip 5. Blijf erover praten 

De situatie verandert snel. De vragen en zorgen van jouw kind daardoor misschien ook. Blijf daarom in gesprek, zodat je weet wat er in je kind omgaat. Je hoeft er niet speciaal voor te gaan zitten. Kies liever een spontaan moment, bijvoorbeeld wanneer jullie samen de tafel dekken, of knoop een gesprekje aan als je kind jou een vraag stelt.

Tip 6. Let op meeluisteren en kijken

Wees je ervan bewust dat kinderen vaak automatisch meeluisteren met gesprekken tussen volwassenen. Of ze luisteren en kijken mee met het journaal voor volwassenen. Hierdoor kan jouw kind dingen opvangen die extra zorgen geven. Het krijgt misschien meer informatie dan het begrijpt of aankan. Let hier bewust op. Jij weet wat jouw kind aankan. Praat daarom ook zelf met je kind over de situatie in Oekraïne.